top of page
Zoeken

Carnotaurus sastrei

  • Ruben Krutzen
  • 8 feb 2016
  • 8 minuten om te lezen

Carnotaurus is een vleesetende dinosaurus uit Zuid-Amerika. De naar een stier vernoemde dinosaurus leefde 72 tot 69 (69.9) miljoen jaar geleden tijdens het Campanian en Maastrichtian in het huidige Argentinië (Patagonië). Met zijn lengte van acht tot negen meter was Carnotaurus een vrij grote carnivoor. Carnotaurus sastrei behoort tot de 'Abelisauridae': vleeseters met stompe schedels en zeer korte voorpoten. Carnotaurus behoort tot de grotere groep Theropoda ('beestvoeten', 'tweevoetige vleeseters'). Opvallend zijn de twee kleine horens boven de ogen. Wetenschappers weten nog niet welke functie die horens hadden. Feit is dat de huid van Carnotaurus bedekt was met kleine en grote schubben.

'Vleesstier'

'Carnotaurus' betekent 'vleesstier'. De in 1984 gevonden dinosaurus is één van de meest unieke vleeseters. Geen enkele vleesetende dinosaurus heeft twee kleine horens, lijkend op de horens van runderen. Carnotaurus sastrei is een van de grootste theropode dinosauriërs (vleeseters behoren tot deze groep) uit Zuid-Amerika. Slechts één skelet is tot nu toe van het dier gevonden in de 'Chubut' provincie, Patagonië, La Colonia formatie. Wetenschappers denken dat Carnotaurus verwant is aan andere Abelisauridae zoals Majungasaurus en Aucasaurus.

Carnotaurus is anders dan T. rex en andere reusachtige vleeseters, vrij licht gebouwd. Wetenschappers schatten het gewicht van Carnotaurus op 1.5 tot 2 ton (Mazzetta, Farina, & Vizcaino, 1998, p. 187). De schedel van Carnotaurus is vrij kort, 'stomp' en hoog. Die eigenschap deelt hij met andere dinosauriërs uit zijn stamboom. De romp van het dier was waarschijnlijk bedekt met schubben en grotere knobbels. Kleine en grote schubben bedekten het huidoppervlak, sommige schubben zijn 5mm lang. Wetenschappers denken dat deze structuren Carnotaurus bescherming tegen andere dinosauriërs boden. Zoals gezegd is de schedel van het dier vrij kort. De nekwervels zijn relatief groot en waarschijnlijk was de nek erg gespierd (Switek, 2012). Carnotaurus had waarschijnlijk 200 kilogram spiermassa bij de nek en wervelkolom (Mazzetta, et al., 1998, p. 188). Wellicht kon Carnotaurus met zijn kop en horens andere dieren rammen of aanvallen (Mazzetta, et al., 1998, p. 187-191). De horens zouden ook als intimidatie kunnen dienen (Pim, 2014, p. 312). Wellicht leken de horens op een 'u' en waren ze vrij lang bij het levende dier (Mazetta et al., 1998, p. 191). De horens zijn bij de schedel 146mm lang (Carabajal, 2011, p. 379). Waar Carnotaurus op joeg is onduidelijk. Sommige wetenschappers stellen dat het dier met hoge snelheid op kleine dinosauriërs afstormde om ze vervolgens met een snelle bijtaanval te doden (Mazzetta, et al., 1998, p. 191). Anderen zijn van mening dat sauropoden (reusachtige planteneters) voedsel voor Carnotaurus waren. De ‘vleesstier’ zou gebruik maken van een verrassingsaanval en met grote snelheid op planteneters afstormen. De gespierde nek en stompe kop maakten het mogelijk dat snelle beten toegebracht konden worden waardoor prooidieren snel verzwakten. De korte, stompe schedel en flexibele kaken zouden het mogelijk maken dat Carnotaurus snel kon bijten (Mazzetta et al., 1998, p. 191). Wellicht kon Carnotaurus kleine prooidieren in één keer doorslikken (Mazzetta et al., 1998, p. 191).

Kenmerken

Zoals gezegd werd Carnotaurus 8 tot 9 meter lang (Brusatte, 2008, p. 166) en 1.5 tot 2.1 ton zwaar (Mazzetta et al., 1998, p. 187). Af en toe wordt 1.9 of 2 ton als gewichtslimiet genoemd (Pim, 2014, p. 312). Ook 2.1 tot 2.3 ton komen in publicaties over Carnotaurus aan bod (Brusatte, 2008, p. 166). Grotere exemplaren zijn mogelijk omdat tot nu toe slechts één skelet is gevonden. Carnotaurus heeft een heuplengte van plusminus 3 meter (Brusatte, 2008, p. 166). De schedel heeft een lengte van 60 centimeter (59.6cm). De schedel is diep en verschillende schedelvensters (fenestrae) zijn aanwezig om het gewicht van de schedel te reduceren. De snuit was bij de levende Carnotaurus waarschijnlijk bedekt met kleine ribbels, knobbeltjes of hoornachtige structuren. De vorm van de schedel maakt het mogelijk dat Carnotaurus recht vooruit kan kijken. De tanden van het dier zijn vrij lang en (relatief) dun. De onderkaak is vrij zwak, zit slechts met twee kleine contactpunten vast aan de schedel en maakte het waarschijnlijk mogelijk dat de bek erg ver open kon. Carnotaurus heeft tien redelijk grote nekwervels. De nek was vrij recht en vertoonde niet zoals bij T. rex een ’S bocht’. De nek is tevens erg breed aan de basis. Waarschijnlijk had Carnotaurus een redelijk lange en dikke nek. De horens van Carnotaurus zijn zoals gezegd 146mm lang (Carabajal, 2011, p. 379). Groeven in de vorm van lijnen lopen over de horens heen (Carabajal, 2011, p. 379).

Opvallend van Carnotaurus zijn de extreem korte voorpoten en klauwen. Waarom ze zo klein zijn is niet duidelijk (Switek, 2011). De voorpoten van het dier hebben vier ‘vingers’ waarvan slechts de middelste twee in vingerbotten eindigen. De andere twee 'vingers' bestaan uit een klein bot. Waarschijnlijk had het dier korte klauwen of zelfs geen klauwen. Vergeleken met T. rex heeft Carnotaurus kleinere voorpoten. De voorpoten zijn minder dan een halve meter lang (Brusatte, 2008, p. 166). De functie van de korte voorpoten en klauwen is nog niet bekend. Waarschijnlijk heeft de groep dinosauriërs waartoe Carnotaurus behoort (Abelisauridae) hun voorpoten na verloop van tijd bijna verloren of de poten zijn in elk geval tot extreem kleine proporties gereduceerd. Misschien had Carnotaurus zijn voorpoten niet nodig. De achterpoten en de bek zijn het belangrijkste aanvalswapen. Zoals gezegd heeft Carnotaurus schubben. De vondst in 1984 te Argentinië toonde aan dat Carnotaurus kleine 5mm lange schubben had. Fossielen laten zien dat het hele lichaam bedekt was met schubben: onderkaak, voorkant van de nek, schouders en ribbenkast waren allen bedekt met die structuren. Ook van de staart zijn schubafdrukken gevonden. De schubben lijken op schubben van het ‘gilamonster’: kleine, niet overlappende structuren. Aan de zijkanten van de romp had Carnotaurus grotere, 4 tot 5 centimeter lange knobbels of 'hobbels'. Elke knobbel was 8 tot 10 centimeter van elkaar verwijderd. Deze grotere huidstructuren dienden waarschijnlijk voor verdediging. Veren zijn uitgesloten (Pim, 2014, p. 312). Waarschijnlijk kon Carnotaurus erg hard rennen. Grote staartspieren en beenspieren (tot 137kg) maakten het mogelijk dat Carnotaurus grote snelheden bereiken kon (Mazzetta et al., 1998, p. 190). Grote staartspieren maakten het mogelijk dat Carnotaurus snel en met explosieve kracht kon rennen (Pim, 2014, p. 312). Persons en Currie stelden in hun paper 'Dinosaur Speed Demon' dat Carnotaurus bij elke poot 137 kg spier had (Persons & Currie, 2011). De M. caudofemoralis (spier) was erg krachtig (Persons & Currie, 2011). Carnotaurus had echter moeite om snel van richting te veranderen (Pim, 2014, p. 312).

Zoals gezegd behoort Carnotaurus tot de groep Abelisauridae, Brachyrostra (korte snuiten). Deze vleesetende dinosauriërs heersten miljoenen jaren geleden over Zuid-Amerika, Afrika, India en Madagascar en hebben allen korte schedels en zeer kleine voorpoten. De schedels zijn met knobbels of bobbels bedekt (Pim, 2014, p. 312). Destijds bestond het supercontinent Gondwana. Dat supercontinent begon in het late Jura, ongeveer 160 miljoen jaar geleden, uiteen te vallen. In Zuid-Amerika leefden ongeveer 100 tot 93 miljoen jaar geleden gigantische vleeseters behorende tot de groep Carcharodontosauridae. In Noord-Afrika leefde destijds Carcharodontosaurus saharicus, een vleeseter van 14 meter lang. De in Zuid-Amerika verwante soort Giganotosaurus carolinii stierf uiteindelijk uit en Carnotaurus nam na miljoenen jaren zijn plaats in. In Noord-Amerika leefde tussen 68 en 66 miljoen jaar geleden T. rex. Carnotaurus kan T. rex nooit zijn tegengekomen, wellicht nog afgezien van enkele miljoenen jaren tijdverschil, omdat beide continenten van elkaar gescheiden waren. Wetenschappelijk gesproken behoort Carnotaurus tot Abelisauridae, en dan tot de (sub)groepen Carnotaurinae en Carnotaurini. Onder Carnotaurini vallen Carnotaurus en Aucasaurus.

Vondst

In 1984 werd het Carnotaurus skelet in Argentinië door paleontoloog José Bonaparte opgegraven. De locatie van de vondst was Chubut provincie, Zuid-Argentinië bij de La Colonia formatie (Laat-Krijt, 70 tot 66 miljoen jaar oud). Verschillende plantenfossielen, een vogelachtige, schildpadden, meer dan driehonderd zoogdieren en een plantenetende dinosaurus (Hadrosauridae, ‘eendenbekdinosauriër’) zijn aldaar gevonden. Het skelet kreeg destijds de aanduiding ‘MACN-CH 894’ (Mazzetta et al., 1998, p. 186). Bonaparte is een Argentijns paleontoloog en groef ook de planteneter Amargasaurus op. Een expeditie was in 1976 op touw gezet om de dinosauriërs van Zuid-Amerika te ontdekken (‘Jurassic and Cretaceous Terrestial Vertebrates of South America’). Opmerkelijk was dat het skelet in goede conditie gevonden werd. Het sediment waarin Carnotaurus begraven was toonde aan dat techniek en kunde vereist is om dinosaurus fossielen op te graven. Het gesteente waarin het dier werd gevonden was namelijk erg hard. Bij een boerderij genaamd ‘Pocho Sastre’ nabij Bajada Moreno werd Carnotaurus gevonden.

Eigenaar van de boerderij was Angel Sastre en het gevonden skelet kreeg de naam ‘Carnotaurus sastrei’, naar een stier (voornaam) en de eigenaar van de boerderij (achternaam). In 1985 beschreef Bonaparte in een klein paper Carnotaurus (Bonaparte, 1985). Daarin stonden onder andere gegevens over de onderkaak. In 1990 verscheen een uitgebreid paper dat inging op alle kenmerken van het Carnotaurus skelet (Bonaparte, Novas, & Coria, 1990). Zo komt onder andere de schedel ruim aan bod (Bonaparte et al., 1990). De locatie van het brein (hersenholte) van Carnotaurus is bij het holotype 'MACN-CH 894' goed bewaard gebleven (Carabajal, 2011, p. 378). Vele structuren en afdrukken van structuren zijn bewaard gebleven (Carabajal, 2011, p. 378). Het brein 'allows the description of almost all the cranial nerve foraminaand delicate structures often missing in other theropod brain-cases' (Carabajal, 2011, p. 378). Vergeleken met Majungasaurus verschilt Carnotaurus in de vorm en structuur van de hersenholte (Carabajal, 2011, p. 385). De verschillen 'include the length of the ophthalmic branch of the trigeminal nerve canal in the laterosphenoid, the presence of an interorbital window (fonticulus interorbitalis), and the lateral projection of the basipterygoid processes ' (Carabajal, 2011, p. 378).

Carnotaurus is niet de eerste Abelisauridae die ontdekt is. Die eer heeft Abelisaurus. Duidelijk is tegenwoordig dat aan Carnotaurus verwante vleeseters bestonden zoals Aucasaurus en Majungasaurus. In een Argentijns museum kan men tegenwoordig het originele Carnotaurus skelet bewonderen (Museum van Natuurlijke Historie te Bernardino Rivadavia). In Nederland is in 'Oertijdmuseum de Groene Poort' te Boxtel (Brabant) een Carnotaurus afgietsel te zien. Een afgietsel van het originele holotype (eerste, originele en oorspronkelijke skelet) van Argentinië. Carnotaurus komt voor in de film 'Dinosaur' (2000) van Walt Disney waarin het dier te groot en te robuust afgebeeld wordt.

(Carnotaurus, eigen werk).

(vereenvoudigde weergave Carnotaurus en mens, eigen werk).

Wetenschappelijke classificatie

Kingdom:

Animalia

Phylum:

Chordata

Order:

Saurischia

Suborder:

Theropoda

Family:

†Abelisauridae

Clade:

†Brachyrostra

Tribe:

†Carnotaurini

Genus:

†Carnotaurus Bonaparte, 1985

Species:

† C. sastrei

Binomial name

Carnotaurus sastrei Bonaparte, 1985

(bron classificatie: https://en.wikipedia.org/wiki/Carnotaurus).

Video

(video youtube. Carnotaurus Fossil. Copyright owner user 'JurassicTheHunted'.)

Literatuur

Bonaparte, J. (1985). A horned Cretaceous carnosaur from Patagonia. National Geographic Research 1 (1): 149–151.

Bonaparte, J., Novas, F., & Coria, R. (1990). Carnotaurus sastrei Bonaparte, the horned, lightly built carnosaur from the Middle Cretaceous of Patagonia. Contributions in Science (Natural History Museum of Los Angeles County) 416.

Brusatte, S. (2008). Field Guide to Dinosaurs. Quercus Publishing.

Carabajal, A.P. (2011). The braincase anatomy of Carnotaurus sastrei(Theropoda: Abelisauridae) from the Upper Cretaceous of Patagonia, Journal of Vertebrate Paleontology, 31: 2, 378 — 386.

Mazzetta, G., Farina, R., & Vizcaino, S. (1998). On the palaeobiology of the South American horned theropod Carnotaurus sastrei Bonaparte. Gaia 15: 185–192. Retrieved February 9, 2016, from: https://www.researchgate.net/publication/228595371_On_the_palaeobiology_of_the_South_American_horned_theropod_Carnotaurus_sastrei_Bonaparte

Persons, W. S. & Currie, P. J. (2011). Dinosaur Speed Demon: The caudal musculature of Carnotaurus sastrei and implications for the evolution of South American abelisaurids. PLoS ONE 6 (10): e25763. doi:10.1371/journal.pone.0025763. PMC 3197156. PMID 22043292. Retrieved March 3, 2016, from: http://journals.plos.org/ploson/article?id=10.1371%2Fjournal.pone.0025763

Pim, K. (2014). Dinosaurs The Grand Tour. Everything Worth Knowing About Dinosaurs from Aardonyx to Zuniceratops. The Experiment. New York.

Switek, B. (2011). Why Did Carnotaurus Have Such Wimpy Arms? Smithsonian magazine. Retrieved February 9, 2016, from: http://www.smithsonianmag.com/science-nature/why-did-carnotaurus-have-such-wimpy-arms-86382093/?no-ist

Switek, B. (2012). Carnotaurus Had a Hefty Neck. Smithsonian magazine. Retrieved February

14, 2016, from: http://www.smithsonianmag.com/science-nature/carnotaurus-had-a-hefty-neck-24787083/?no-ist


 
 
 

Comments


Uitgelichte berichten
Kom later terug
Gepubliceerde posts zullen hier worden weergegeven.
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page